Amsterdam
Een dagje naar Amsterdam is een hele belevenis. Zeker voor iemand als ik. Als alles goed geregeld is en ik overzicht heb gaat het prima. Deze keer was dat allemaal wat minder. Veel zaken waren onduidelijk. Ik wilde graag overzicht houden en de controle hebben.
Op een maandagmorgen ging het gebeuren. We gingen met de trein. Ik ging voorop, op het station. Ik voelde dat ik de leiding moest nemen. Ik hou dan zelf de controle, dat is fijn. Na het inchecken, kwam de trein en zochten we een plekje. We kwamen terecht in een stiltecoupé. Heerlijk, wat een uitvinding! Alleen mijn medereizigers vonden dat iets minder aangenaam en bij het eerstvolgende station wisselden we van plaats.
Na een reis van 2,5 uur kwamen we eindelijk aan. Aangezien mijn medereizigers geen idee van plaats of tijd hadden, moest ik de spreekwoordelijke kar trekken. Met Google Maps in de hand liepen we door het drukke Amsterdam. Overal mensen, geluiden, trams, fietsen, koffers, tassen, telefoons, geroep en gepiep. Al de prikkels stapelden zich op. Toen de medereizigers zich ook nog eens goedbedoeld gingen bemoeien met mij, werd het te veel. Ik probeerde mijn hoofd koel te houden, wilde de sfeer niet bederven.
In een cafeetje gingen we wat eten. Het was daar druk, warm en ik zat bijna midden in het gangpad. Verder was ik zó moe van de weg wijzen, dat ik me niet kon concentreren op de menukaart. Ik moest eerst even ‘landen’ voordat ik kon bedenken wat ik wilde. We hadden afgesproken dat we de trein zouden halen van half 5. Dus ik hield de tijd nauwlettend in de gaten. Maar omdat de rest ineens ‘kwijt’ was in de grote winkel, de tijd gewoon doorliep en we daardoor nog maar een paar minuten hadden om naar het station te gaan, werd ik nerveus.
De prikkels stapelden zich weer op, de mensen gingen me irriteren, ze liepen allemaal in de weg. Toen we weer compleet waren, was de tijd zover verstreken dat we onmogelijk nog die trein konden halen. Ik was teleurgesteld, boos ook omdat we dit afgesproken hadden. De winkel verlaten ging ook allemaal niet zonder slag of stoot, het was zo druk! Een half uur later ging de volgende trein. Maar wat was ik moe, echt helemaal op kwam ik thuis. Kon wederom niet meer helder nadenken over simpele dingen. Alsof mijn brein moe was van de processen de hele dag. Vreselijk. Ik verzuchtte, ik ga nooit meer zoiets doen, ik ben kapot.
Toch ga ik dit soort uitjes niet uit de weg. De volgende keer ga ik het gewoon weer doen. Maar elke keer toch weer proberen beter aan te pakken. Met kleine aanpassingen, steeds weer opnieuw proberen. Het wordt elke keer weer een beetje beter. Ik wil vaak te veel, ik wil álles doen wat anderen ook doen. Dat kan dus niet en dat weet ik inmiddels ook wel. Als ik een volgende keer een dagje wegga, dan kies ik voor mezelf. Als de anderen willen winkelen, helemaal prima. Ik ga wel naar een rustig koffietentje of ik zoek een plaats waar ik even kan zitten, zonder al te veel prikkels. Kleine dingen die voor mij een groot verschil maken. Het is voor iedereen anders, doe wat bij je past en kies voor jezelf.