Beste minister de Jonge
Ik val maar meteen met de deur in huis. Mijn gezin en ik hebben namelijk uw hulp nodig. En met ons vele andere gezinnen met kinderen die in psychische – of psychosociale nood zijn. Ons gezin is er daar slechts 1 van maar voor mij is mijn gezin het belangrijkste, dus daar schrijf ik u over.
Ik schakel u in omdat u, sinds heel kort weliswaar, de minister bent van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. En omdat de Jeugdwet dus onder uw verantwoordelijkheid valt. En ik ben blij dat dat zo is want u lijkt veel ervaring te hebben met de jeugd en het goed met haar voor te hebben. Althans dat lees ik op de pagina van de Rijksoverheid. Daar vertelt u er het volgende over:
“Iedereen in Nederland moet de ruimte krijgen om volwaardig mee te kunnen doen aan onze samenleving. Als je een beperking hebt, mag dat geen reden zijn om langs de kant te staan. Ik wil werken aan een zorgzamere samenleving waarin het vanzelfsprekend is dat we naar elkaar omkijken en als het nodig is voor elkaar zorgen.
Een samenleving ook waarin we kinderen meer recht doen en helpen om kansrijk en veilig op te groeien. Betere zorg en ondersteuning voor jong en oud, daar ga ik mij samen met de duizenden professionals in de zorg voor inzetten”
https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/hugo-de-jonge
Toen ik dit las dacht ik, het zou mooi zijn als u, gezien de insteek van de vorige minister, maar een beetje van voorgenoemd stukje kunt realiseren.
En ik wil u zeker niet ontmoedigen in uw nobele streven of een beetje opjagen maar er moet echt veel gebeuren en worden recht gezet als u bovenstaande in ogenschouw neemt, beste minister. Of heeft u toevallig uw visie al bijgesteld nu u meer informatie over “de erfenis” heeft gekregen?
Om u de kans te geven om ons gezin en met ons vele andere gezinnen met daarin jeugdigen, maar een beetje het gevoel te geven dat er naar ze om wordt gekeken, bied ik u ons gezin aan als testcase.
Waarom zou ik dat willen? Dat zit, kort samengevat, namelijk zo: Ik ben ten einde raad.
Ik leg het u even uit. Ik heb 2 kinderen, 2 jongens, die qua aandachtsgebieden vallen binnen uw portefeuille. En dan gaat het over mijn zoon van 13 met ASS en ADHD die daardoor Jeugdzorg nodig heeft en over mijn zoon van 8 met het syndroom van Down die een zg. WLZ indicatie nodig heeft. Beiden hebben dit nodig om vooruit te kunnen komen in het leven en niet langs de zijlijn te hoeven staan.
U zult misschien denken dat dat allang geregeld moet zijn als zo duidelijk is wat het probleem is bij mijn 2 jongens. Want zo gaat dat in Nederland of althans zo ging dat in Nederland, toch?
Helaas is er, en dat zal u zeker niet zijn ontgaan, sinds een aantal jaar een kentering te bespeuren in dit denken. Het is namelijk allemaal niet meer zo vanzelfsprekend dat als je echt iets nodig hebt, dit dan ook gefaciliteerd wordt. Hoe prat we ook gaan op onze “verzorgingsstaat”!
Positief als ik ben moet ik zeggen: er zit aan die kentering een goede kant. Men denkt eerst 3 keer na voordat men het geld uitgeeft aan zorg en kijkt eerst wat er mogelijk is qua eigen regie. Dat is altijd goed. Maar nu is het echt de andere kant op geschoten. Althans in onze regio dan. En eigenlijk weet ik wel zeker dat dit het geval is in heel Nederland.
Jeugdzorg wordt gewoon niet meer aangeboden omdat het geld simpelweg op is, of als je wel geluk hebt, wordt het je aangeboden met een enorm lange wachttijd. Ook WLZ indicaties worden niet meer afgegeven aan kinderen die het nodig hebben voor hun ontwikkeling en de CIZ verwijst in haar besluiten naar de Jeugdzorg waar, ja, daar zijn we weer, er geen geld meer is. Je zou maar kinderen hebben die dit betreft zeg!
En die heb ik dus.
Ik wil u als voorbeeld de situatie schetsen van mijn oudste zoon.
Hij is 13 jaar. Hij ziet er voor de buitenwereld fris en fruitig uit en lijkt al wel 15 jaar qua postuur. Maar hij is, door zijn beperkingen, een kleine jongen in zijn hoofd en in zijn gedrag. Dit zorgt voor flink wat gecompliceerde situaties in ons gezin en daarbuiten. Hij heeft daar zijn leven lang hulp bij nodig en soms met spoed. Soms wat meer en soms wat minder. Vaak is het levensfasegebonden. Opvoedkundig zijn mijn man en ik een sterk team dat veel tegenslagen weet om te buigen naar iets positiefs. Maar soms hebben we toch echt een professional nodig.
Toen duidelijk werd wat voor beperkingen mijn zoon had, is hij en zijn wij als gezin, heel erg goed opgevangen en begeleid door de afdeling Kind en Jeugd van een zeer deskundige regionale zorginstantie. Mijn zoon kreeg 1 vast aanspreekpunt toegewezen die er voor zorgde dat hij stapje voor stapje verder kon. En wij daarom als gezin ook.
De laatste maanden ging het beter met onze oudste en hadden we even geen hulp nodig. Maar zoals dat gaat in het leven van een zorgintensief gezin, kregen we toch weer met tegenslag te maken en redde onze zoon het na een pittig incident niet om op te krabbelen zonder zijn hulpverlener. Ik trok gelijk aan de bel, voorbereid op een flinke wachttijd zoals dat in heel Nederland het geval is. Een paar telefoontjes verder bleek dat de hele afdeling Kind en Jeugd van voorgenoemde zorginstelling door de grote tekorten op de begroting van de gemeente Eindhoven op zijn kop staat en ook dat er gewoon geen hulp beschikbaar was en is voor mijn zoon. Er is daar gewoon niemand om hem te helpen. We moesten het zelf doen.
Dat was natuurlijk sowieso ons plan maar dat hij deskundige hulp nodig had was ook duidelijk. En wij zijn geen professionals. Wij hebben er niet voor doorgeleerd.
En dan, beste minister de Jonge, dan breekt je moederhart. Want wat gebeurt er nu met hem, hoe zal het nu verder met hem gaan, in zijn ontwikkeling, op zijn school nu er geen hulp meer is voor hem?
Dus mijn vraag aan u is: Kunt u mij daar mee helpen?
Want, zegt u en ik citeer het nog maar een keer “Iedereen in Nederland moet de ruimte krijgen om volwaardig mee te kunnen doen aan onze samenleving. Als je een beperking hebt, mag dat geen reden zijn om langs de kant te staan. Ik wil werken aan een zorgzamere samenleving waarin het vanzelfsprekend is dat we naar elkaar omkijken en als het nodig is voor elkaar zorgen”.
Beste minister de Jonge. U heeft voorgenoemde voor ons, de burgers geschreven. En ik, ik schrijf voor u speciaal dit blog. Niet omdat ik u ken maar omdat mijn kind in de kou staat. En dat komt niet doordat mijn gemeente dit niet wil faciliteren. Mijn gemeente is slechts de boodschapper en moet dit doen omdat ze door uw ministerie zoveel moet bezuinigingen dat mijn kind er aan kapot dreigt te gaan.
En met mijn kind duizenden andere kinderen. Door bezuinigingen krijgen zij niet de juiste hulp die zij nodig hebben om op te kunnen groeien tot stabiele volwassenen. Volwassenen die de pijlers van onze maatschappij moeten worden. Volwassenen die we nodig hebben om onze economie draaiende te houden. Om gezinnen in liefde verbonden te laten zijn.
Ik hoop zo van ganser harte dat u de moed heeft om de ontwikkelingen in de Jeugdzorg om te draaien. Wellicht dat de dividendregeling nog kan worden uitgesteld of beter nog, kan worden afgezegd. Dan houden we zoveel geld over dat er nog meer kan worden rechtgezet. Dan nemen we gelijk, naast de salarissen van de leerkrachten, heel efficient, de WLZ indicatie van mijn jongste mee in de overpeinzingen.
Beste minister de Jonge, Ik hoor graag van u en ik wens u wijsheid en kracht…
Hartelijke groet,
Stigmama