Doorzetten
Toen ik nog jong was werd ik, vanuit de opvoedingsvisie van mijn ouders, erg gestimuleerd om zaken op te pakken. Ook als ik dingen die ik moest doen (eerst) niet zo zag zitten omdat ik bang was dat ik het niet zou kunnen of er gewoonweg geen zin in had, werd ik door mijn ouders vaak gestimuleerd om het in ieder geval te proberen. Toen baalde ik vaak als een stekker dat ze me zo pushten maar nu zie ik: ze gunden mij een heel brede ontwikkeling en wilden me uitdagen om er uit te halen wat er in zat. Het ging dan over zaken als het beoefenen van nieuwe hobby’s of het hebben van een bijbaantje maar ook met kleinere dingen zoals het helpen rondom het huis stimuleerden ze me om het vooral mee te helpen.
Lukte het in eerste instantie niet dan hielpen ze me op weg om het, in de meeste gevallen, later wel zelf te kunnen. Uiteraad bleek regelmatig dat ik iets echt niet kon(ik had nl. niet zo’n goede motoriek en was daardoor behoorlijk onhandig) maar dat was dan ook prima. Ik had het in ieder geval geprobeerd!
Deze benadering van het steeds weer oprekken van je eigen grenzen heeft me in het leven veel goeds gebracht. Zo heb ik ondanks mijn motoriek toch leren fietsen en autorijden, heb ik een studie afgemaakt en heb ik altijd leuk werk gehad.
En nu, nu ik bijna 49 jaar ben, en ik er na mijn burnout nog steeds voor moet waken om niet te veel ballen in de lucht te willen houden, zit dat er nog steeds in.
Ik ben er dan ook stellig van overtuigd dat je jezelf steeds, hoe oud je ook bent, kunt uitdagen en kunt trainen om nieuwe dingen aan te leren. Al zijn het maar heel eenvoudige- en in jouw ogen kleine dingen, je kunt jezelf nog steeds van alles aanleren.
Zo kon ik 6 jaar geleden door de stress die mijn leven overheerste nog geen bakje noodles klaarmaken, nu kan ik weer (aan de hand van een concreet stappenplan) een gezonde maaltijd bereiden. Ik ben het gewoon opnieuw rustig aan gaan proberen en toen ik zag dat het lukte, voelde ik me trots dat ik weer iets nieuws kon en groeide ik weer een stukje.
Vaak denk je dat “als je later groot bent” je de dingen vooral heel anders gaat doen dan je ouders. Toen ik dan ook kinderen kreeg heb ik me dat, zeker voor een aantal zaken, stellig voorgenomen.
Maar ondanks dat Oudste en Jongste naast hun talenten zo hun beperkingen hebben denk ik over het proberen en doorzetten nog steeds zo als mijn ouders.
Mijn kinderen hoeven van mij niet talentvol te zijn of in alles mee te kunnen, sommige dingen moeten ze gewoon kunnen omdat dat handig of zelfs noodzakelijk is qua zelfredzaamheid en sommige dingen zouden fijn zijn als ze die kunnen omdat hen dat sterker en zelfverzekerder maakt.
Toen we net wisten dat de kinderen beperkingen hadden en dat ze een andere ontwikkeling zouden gaan laten zien dan andere kinderen was dat wel even slikken. Ik ben nogal van het “in control” zijn en de onoverzichtelijkheid die een beperking met zich meebrengt vond en vind ik ronduit lastig. Gaandeweg leerden we echter dat de kinderen met hier en daar wat hulp toch ook veel wel kunnen. Als wij maar goed naar hun mogelijkheden kijken en doorzetten als het er op aan komt.
Maar wij kunnen dat allemaal wel willen, helaas werken Oudste en Jongste niet altijd met ons mee. En niet omdat ze het niet kunnen, maar omdat ze gewoon een beetje lui zijn en/of er geen zin in hebben.
Je brood zelf snijden of je fiets zelf op slot zetten?
Jongste zegt steeds vaker bij dat soort dingen dat hij het niet kan omdat hij “De Down” heeft.
En Oudste zegt bij dingen waar hij geen zin in heeft dat hij zijn “autismekaart” inzet.
Ze kunnen me echter niet bozer maken dan door dit te zeggen!! Want hoewel ik zeer ruimdenkend ben, kan ik er niet goed tegen als mensen zich ergens gemakkelijk van af maken terwijl ze het wel kunnen. En al helemaal als die mensen mijn kinderen zijn waarvoor ik dan al die “lastige“ klusjes mag opknappen. Dus daar komen ze bij mij niet mee weg.
Onze insteek is dus met veel dingen: Kan niet ligt op het kerkhof en Wil niet ligt er naast.
Je moet het blijven proberen ook al duurt het wat langer totdat we zeker weten dat je het niet kunt en dan kijken we wel weer verder.
Een mooi voorbeeld van hoe doorzetten succes kan brengen(en dat het dan wel lukt)is het volgende:
Toen Jongste 6 was wilden we graag dat hij leerde zwemmen. Gewoon voor de veiligheid.
Bij de downpoli vonden ze hem daar echter nog te jong voor. Hoewel wij hem op reguliere zwemles wilden doen, gaven zij ons de tip het over een paar jaar te gaan proberen bij de stichting MEE.
Daar kon Jongste op zijn eigen manier en tempo heel goed leren zwemmen. En zelfs zijn diploma’s gaan halen.
Dus toen jongste 8 was ging hij samen met zijn vader, als maatje MEEzwemmend, het zwembad in. Jongste had er zichtbaar helemaal geen zin in. Hij wilde lekker spelen in het zwembad en niet in een keurslijf zwemmen. Maar de MEE en manlief hielden dapper vol.
En ze hebben me toch op hem moeten inpraten voordat hij de dingen ging doen die hij moest doen!!! Maar medio vorig jaar haalde hij dan eindelijk zijn A-diploma. En afgelopen week ook maar even zijn B-diploma!
Wat een hallelujahmomenten waren dat. Hij kon “gewoon” goed zwemmen!
Met een lach van oor tot oor stond hij te glimmen in dat zwembad, helemaal vergetend hoeveel tranen het hem had gekost om dit resultaat te behalen. Hij kon het gewoon!
Met tranen in mijn ogen stond ik langs de kant. Ook al wilde ik het zo graag, ik had eigenlijk niet gedacht dat hij het zou kunnen. Maar dat het nu gelukt is, is gewoon geweldig!
En zo zullen er nog veel meer dingen wel gaan lukken, binnen zijn mogelijkheden zullen wij er voor gaan! Ook met een beetje dank aan mijn ouders!