Een hele piet! Of niet?
Toen ik het grote “ervaringsdeskundige vuur” voelde oplaaien maakte ik een plan, ik moest en ik zou aan de slag. Daarmee aan de slag. Voor de wereld, voor mijn werkgever, voor de Wet Verbetering Poortwachter, wie die Poortwachter dan ook was. Mij zouden ze niet klein krijgen! Ik was niet bang.
Op het moment dat ik had bedacht dat ik anderen wilde gaan helpen met mijn ervaringen als “zelfbenoemde multi inzetbare ervaringsdeskundige” voelde ik me eindelijk weer een hele piet. Ik had een plan, zo moest het zijn, het was niet voor niks geweest. Yes!!!!! Ondanks mijn behoorlijk ziek thuis zijn kreeg ik er hoop door. En hoop doet leven, dat weet iedereen.
Dus schreef ik in de pauzes van mijn grote uitrusten vanaf mijn computertje zeer gemotiveerde brieven aan politici en zorginstellingen om mijn grieven te uiten. Grieven over de uitholling van de Jeugdzorg, over de invoering van Wij Eindhoven en de eigen regie visie, over Passend Onderwijs. Genoeg om over te schrijven.
Op papier lukte me dat prima, het uiten van grieven. Zo goed zelfs dat mijn brieven werden gelezen. En voor ik het wist werd ik uitgenodigd bij de wethouder Sociale Zaken van de gemeente Eindhoven en bij de directeur van een grote zorginstelling. Voor ik het wist stond ik mijn verhaal te vertellen op een ouderavond, op een avond in een zaaltje voor allerhande onderwijsmensen. En dat was eigenlijk toch niet de bedoeling van mijn schrijverij geweest. Integendeel.
Stil aan werd ik toch eigenlijk weer dat erg kleine meisje met een hele grote mond dat stond te roepen tegen alles wat onrechtvaardig was. En dat, naast dat ze sterk wilde zijn, ook heel, heel erg bang was. En totaal niet wist wat ze kon, wat ze wilde, waar ze goed in was. Ze deed die dingen maar om “iets” te doen. Om te vechten. Tegen iets, voor iets. Maar wat en waarvoor? Het had en kreeg geen richting en alles in mij panikeerde (deze Vlaamse uitdrukking moet ik wel gebruiken omdat hij zo mooi is en het Nederlands er geen woorden voor heeft red.).
Door de enorme stress die ik tijdens het spreken in het openbaar ervoer, kreeg ik een nog grotere terugval en werd het tijd om andere stappen te nemen. Ik moest het nog rustiger aan gaan doen. Ik wist alleen niet hoe. In ieder geval niet zo.
Ik kwam er wel achter dat ik nog flink aan mijn herstel moest werken en dan pas wellicht iets kon gaan doen met deze ervaringen. En ik benadruk met klem: wellicht.
Ik ging eerst maar eens flink de strijd aan met mijn vastgeroeste overtuigingen die ik had over mezelf en het leven dat ik zou moeten leiden. En langzaamaan kwam ik er achter dat een mens nog zoveel ervaring kan hebben maar dat een mens met ervaring nog geen ervaringswerker is. Het blijkt nl. een echt vak te zijn.
Gelukkig maar.