Eerste blog van Julia Meeng
Hallo, ik ben Julia. Ik ben 26 jaar en kreeg op mijn 15e de diagnose PPD-NOS (ASS) en NLD. Ik kom geregeld naar de inloop bij het AIC in Breda om deel te nemen aan de gesprekken. Zo kom ik onder de mensen en heb ik weer een beetje meer structuur in mijn leven. Bij de inloop hoor ik veel verhalen, mooie, ontroerende of juist hele onthutsende verhalen. Iedereen loopt wel ergens tegenaan en het helpt soms om erover te kunnen praten in een veilige omgeving of juist gewoon om naar anderen te luisteren en er hoop uit te halen. Deze gesprekken zijn waardevol voor mij. Als ik bij het AIC ben voer ik echt diepgaande gesprekken waar ik niet alleen goed over na kan denken, maar waardoor ik ook contact kan maken met mijn gevoel.
Regelmatig hoor ik van anderen dat ze het fijn vinden dat ik er ben omdat ik volgens hen goede dingen zeg en goede ideeën heb. Dat vind ik natuurlijk fijn om te horen, het is iets wat ik terug kan doen voor anderen gewoon door te zijn wie ik ben. Er is mij gevraagd om wat op papier te zetten over wat ik allemaal meemaak. Als ik anderen kan helpen door mijn ervaringen te delen dan doe ik dat graag. Vandaar dat je dit leest.
Waarschijnlijk willen mensen het niet, maar ik schrijf het toch op: de Corona-periode. Het klinkt zo cliché om mijn leven in te delen in vóór en ná de Corona-periode. Toch was mijn leven heel anders in 2019 dan nu. Ik woonde toen beschermd in Tilburg Centrum, in een studio met waterschade en grote paddenstoelen binnen bij mijn achterdeur. Ik kreeg er luchtwegklachten door en had de grootste moeite om het schimmelprobleem door het klusbedrijf te laten oplossen. Ik heb er meer dan een jaar mee gezeten en uiteindelijk ben ik bij mijn ouders gaan logeren om uit de schimmellucht te zijn. De begeleiding was niet blij dat ik tijdelijk vertrok, maar ik zag geen andere mogelijkheid op dat moment. Gelukkig kon ik bij mijn ouders terecht en vonden zij het geen probleem als ik daar een paar maanden zou moeten zijn. Ik heb een goede band met mijn ouders en mijn twee broers die nog thuis wonen, dus dat scheelt een hele hoop.
Ik woonde al twee jaar lang beschermd en in die tijd heb ik me goed kunnen ontwikkelen: ik ben zelfstandiger geworden en heb de begeleiding steeds minder nodig. Dat plus het schimmelprobleem was de reden dat ik al een jaar aan het zoeken was naar een reguliere woning. Die vond ik een jaar later in Gilze. Verhuizen in Corona-tijd is geen pretje!
Maar goed, dat is weer een ander verhaal.
In die tijd werkte ik nog in de catering bij Avans in Breda, waar ik het erg naar mijn zin had en goed werd begeleid door mijn leidinggevende. Ook mijn collega’s waren erg lief en accepteerden dat ik anders was en meer tijd of hulp nodig had, of dat iets niet kon doen (zoals bij een evenement in de bediening staan). Het werk was zo goed als het kon op mij aangepast en voor het eerst in mijn leven viel ik niet zo vaak uit door overbelasting of overprikkeling.
En toen kwam Corona.
Er was een lock-down, en een verlengde lock-down. De situatie was erg, zoals iedereen zich nog wel zal kunnen herinneren. Alles moest dicht. En het bleef voor langere tijd dicht. Soms konden we even weer beperkt open zijn, maar dan moesten we de deuren weer sluiten. Het werd zo moeilijk dat het bedrijf waarvoor ik werkte mensen moest ontslaan. In de 2e ontslagronde was het mijn beurt om te vertrekken. Ook al had ik een vast contract en werkte ik er al meer dan 2 jaar, toch kon ik niet blijven.
Ik had het al wel zien aankomen. Het was moeilijk, maar niet onverwacht. En dat heeft me heel erg geholpen. Nu ik mijn baan kwijt was had ik geen onzekerheid meer. Ik had tijdelijk rust. Op de een of andere manier heb ik de knop kunnen omzetten na een week lang rouwen. Ik had een nieuw doel: ik wilde in de kinderopvang werken.
Een half jaar lang heb ik alles op alles gezet om dat doel te halen. Ik zocht en vergeleek scholen, koos er eentje uit en schreef me in, ik werd geaccepteerd. Voor het eerst solliciteerde ik zelf en het lukte me om via een overkoepelende organisatie aan een gesprek te komen bij een kinderopvang in Eindhoven. De gesprekken gingen goed, ik mocht meelopen om te kijken of ik bij het team paste en daarna werd ik aangenomen. Twee proefmaanden en dan zou ik een vast contract krijgen. Alles leek me voor de wind te gaan.
En toen ging het op mijn werk mis. Doordat ik anders naar dingen kijk, andere prioriteiten stel en wat miscommunicaties had, ben ik na drie gebeurtenissen ontslagen een week voordat mijn proefperiode zou eindigen. Ik had zo mijn best gedaan, maar het was niet genoeg.
Ook op school ging het niet echt lekker. De lessen waren geen probleem, merendeel van het huiswerk ook niet, maar ik kon de zorgcoördinator maar niet te spreken krijgen. Twee hele maanden niet. Totdat ik op school meldde dat ik mijn baan kwijt was, toen lukte het ineens wel om binnen een week elkaar online te spreken.
Uiteindelijk heb ik besloten om niet te zoeken naar een andere kinderopvang en te stoppen met de opleiding. Ook al ben ik nog steeds van mening dat onder andere omstandigheden het me wel gelukt zou zijn om mijn opleiding te halen. Het leek me beter om nu te stoppen. Waarom?
Ik had veel stress gehad op mijn werk. Ik had maandenlang enorm op mijn tenen moeten lopen om alles voor elkaar te krijgen, niet alleen op mijn werk, maar ook op school en in mijn huishouden. Ik woonde immers al een jaar op mezelf met 2 uur begeleiding per week. Om opnieuw te moeten gaan solliciteren in de hoop dat ik binnen het schooljaar nog een ander adres zou kunnen vinden leek een te grote opgave. Ik voorzag veel problemen en veel stress.
Misschien was het me wel gelukt, maar ik kon en wilde het mezelf op dat moment niet aandoen. De knauw en de kater die ik heb overgehouden aan de manier waarop ik ben ontslagen heeft nu nog steeds een diepe impact. Ik ben mijn zelfvertrouwen kwijtgeraakt en krijg al heel snel stress als ik weer iets moet gaan regelen.
Heel even leek het erop alsof ik in een depressie zou glijden, maar door de gesprekken met de huisarts en mijn moeder, heb ik dat weten te voorkomen. Ik ben veel activiteiten gaan doen, maar daardoor heb ik mezelf opnieuw weer geforceerd. Het was allemaal net wat te vroeg en te veel. Ik vind het heel lastig om de balans te vinden tussen rust en activiteiten, zeker nu ik werkloos thuiszit.
Ik moet opnieuw weer mijn grenzen gaan ontdekken. Wat ik vroeger kon, kan ik nu soms niet. Maar dat is andersom ook zo. Want in deze hele situatie heb ik veel over mezelf geleerd en ben ik zeker gegroeid in zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
Twee keer in een jaar ontslagen worden voelt wel naar. Zeker de 2e keer voelt alsof ik gefaald heb. Maar ik ben tegelijkertijd ook heel trots op mezelf om wat ik allemaal bereikt heb. Dat had ik 10 jaar geleden echt niet kunnen bedenken. Wat ik ook nooit had gedacht is dat ik in de dagbesteding zou belanden. Ik had er nooit zo over nagedacht: iedereen ging naar school, ging studeren en daarna werken. Ik dacht dat het zo hoorde, dat ik dat ook moest doen.
Maar toen ik na de kerst weer aan een traject begon om werk te vinden, ging het steeds slechter met me. Ik begon enorm te stotteren, wat voor mij een duidelijk teken is van stress. Pas 2 maanden later kwam ik erachter dat het met werk zoeken te maken had.
Na veel gesprekken gevoerd te hebben met iedereen die me aan het helpen was, is er besloten dat ik een rustperiode nodig had waarin niemand eisen aan me stelde. De dagbesteding werd mijn uitvlucht en oplossing.
Zoals je ziet is er enorm veel veranderd in de afgelopen 3 jaar. Veel dingen had ik nooit kunnen voorspellen. Sommige dingen waren heel zwaar en andere dingen waren heel leuk. Vaak was het en zwaar en leuk tegelijkertijd.
Het leven kan raar lopen. Ondanks alles wat er gebeurd is heb ik de Corona-periode niet als slecht of naar ervaren. Ook van mijn tijd in de kinderopvang heb ik geen spijt. Ik had natuurlijk gewild dat het anders zou zijn gelopen, maar nu weet ik wel dat ik altijd op mijn tenen zal moeten lopen als ik in de kinderopvang wil werken. Dat is niet iets wat ik vol kan houden en dat is goed om te weten.
Ik vind het heel moeilijk om mijn weg te vinden. Om keuzes te maken en de balans in mijn leven te houden of te krijgen. Ik ben nog niet waar ik wil zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat ik op het goed pad zit. Mijn dagbesteding moet nog beginnen, maar ik heb een atelier gevonden waar ik denk ik op mijn plek zal zitten. Nu is het doel om tot rust te komen.