Gewoon carnavallen!
Ik heb er, als niet – zuiderling, helaas nooit iets van begrepen. En ik wil het zo graag want het lijkt me zo leuk maar ik kan het gewoon niet: een mooi feest vieren en mijn liefde verklaren aan carnaval.
Het zit er niet in en het komt er dus ook niet uit. Ik ben niet van het verkleden en niet van de grote mensenmassa’s, niet van het dagenlang met elkaar op pad gaan en zelfs 1 dagje gaan is al teveel.
Ik word er al moe en overprikkeld van als ik er aan denk en sinds ik niet meer drink is het vinden van aansluiting in de kroeg of in een feesttent voor mij nog lastiger geworden. Ik zit mezelf tijdens zo’n evenement meer in de weg dan dat ik mezelf leuk vind.
Als kind, toen ik nog op de basisschool zat en in Noord Holland woonde, vierde ik het wel een dagje maar dat mocht geen naam hebben. Het was een ochtend verkleed naar school gaan, feestmuziek draaien, hossen op commando en dan naar huis. Het was maar een laf en slap aftreksel van het echte carnaval hier in het zuiden maar zelfs toen begreep ik het al niet. Stiekem was ik blij als die ene ochtend feestvieren weer voorbij was.
Later, toen ik in het zuiden kwam wonen, en dat is nu toch al echt zo’n 25 jaar geleden, en ik nog alcohol dronk, heb ik het meerdere malen geprobeerd. Maar ook toen snapte ik niet wat het principe was. Ik ben er gewoonweg te nuchter voor ook al was ik soms ladderzat.
Carnavallen kun je leren, dacht ik, dus ging ik vorige week maar eens lekker op de bank zitten voor de documentaire ’Nao ’t Zuuje’ over carnaval in Venlo met al zijn tradities.
Prachtig vond ik het en jaloers keek ik naar hoeveel verbinding zo’n volksfeest vol met prachtige rituelen kan brengen. Helaas ging het vlammetje nog steeds niet genoeg branden om het zelf te kunnen gaan doen.
Toen ik kinderen kreeg dacht ik nog met hen mee te kunnen gaan. Zij zouden het als geboren en getogen zuiderlingen vast wel heel erg gaan waarderen. Maar Oudste bleek het carnaval niet mee te kunnen en willen te vieren i.v.m. de overprikkeling en van Jongste kreeg ik jarenlang geen carnavalshoogte. Hij leek in zijn eerste jaren elk feestje af te wijzen, vooral door de harde muziek die er altijd werd gedraaid.
Toch bespeur ik bij Jongste de laatste jaren een kleine ommezwaai. Hij lijkt steeds meer de feestjes te gaan waarderen en ook de bijbehorende muziek en het dansen lijkt hij steeds leuker te gaan vinden. Zo draait hij steeds vaker naast zijn Sinterklaas-golden-oldies carnavalskrakers of liedjes die er op lijken en worden de liedjes ook op een steeds hoger volume gedraaid. En er wordt natuurlijk flink gedanst!
Jongste lijkt ook steeds meer dan gemiddeld een gezelschapsdier te worden en die eigenschap past ook wel heel erg goed bij carnaval.
Toen ik dat zo’n 2 jaar geleden voor het eerst bij hem zag bedacht ik om toch gewoon eens naar de optocht te gaan kijken met zijn allen. Klappertandend stonden we langs de weg naar de vrolijke stoet te kijken. Jongste draaide zich al snel om naar de carnavalsvierders achter ons en begon een praatje te maken met een groep mannen die ook, net als hij, als tijger waren verkleed. Hij zocht en kreeg de verbinding!
Ik vond het prachtig maar wist zelf het gesprek niet aan te gaan. Want waar heb je het over op zo’n dag? Gelukkig hield Jongste de conversatie draaiende en konden we daarna naar huis. Jongste blij zingend, de 2 andere mannen koud tot op het bot en ik balend dat ik het weer niet had gekund, het verbindend feestvieren. Jongste leek verdorie wel de meest normale van ons vieren! In ieder geval tijdens dit soort dagen!
Dit jaar was Jongste er al vroeg bij voor de carnaval. Al in januari begon hij over het uitzoeken van zijn pakje en bereidde hij zich voor op wat ging komen op school. Hij gaf aan dat hij dit jaar voor het eerst mee wilde doen aan de activiteiten die school had bedacht de week voorafgaand aan carnaval. Dat wilde hij eerder nooit!
Samen met zijn begeleidster had hij een lied ingestudeerd over iets met een pannekoek in zijn onderbroek en hij zou dat gaan opvoeren op school. “Leuk toch” zei hij stralend!
Hoewel ik het allemaal met lede ogen aankeek kreeg ik wel steeds meer respect voor het manneke. Hij deed dat toch maar allemaal! En wij deden hem dat niet na!
Op vrijdag was het dan zover. Verkleed als 1 van de Ajeto buurmannen fietste hij als een wervelwind naar school. Hij had er zo’n zin in!!!
Na een ochtend feesten kwam hij zielsgelukkig thuis. En verwachtingsvol want hij zou na een uurtje rust weer met zijn oom op pad gaan om te carnavallen bij het bal van Up en Down. Dat is een feest dat ieder jaar in een café wordt georganiseerd speciaal voor de doelgroep van verstandelijk beperkten.
Om 14.00 uur kwam zijn oom hem ophalen en Jongste kon niet wachten om te gaan. Daar aangekomen bleek er wel erg harde muziek gedraaid te worden waar Jongste behoorlijk wat last van had. Het verzoek van de oom om de muziek wat zachter te zetten mocht helaas niet baten.
Na wat heen en weer gelopen te hebben wilde Jongste toch echt naar huis. Hij kon nog met 1 glaasje sinas gepaaid worden maar daarna was het toch echt welletjes. De koek was op. Ze gingen huiswaarts.
Een uur na het vertrek van huis waren ze weer thuis. Jongste moe maar voldaan en de oom een beetje verwonderd over het feit dat ik zo blij was dat ze wel een uur waren weggebleven.
Ik stond ze al op te wachten om de mooie verhalen te horen maar Jongste kon niet meer.
Oom moest maar weer zelf verder gaan carnavallen maar volgend jaar wilde Jongste wel weer mee. Hij had er zin in!
Jongste is dezer dagen eigenlijk de meest normale van ons 4-en. Wat echt wel eens leuk is voor de verandering!