Hoe gaat het?
Vroeger toen ik nog een klein meisje was, ging ik vaak met mijn moeder de stad in. Lopend of op de fiets, het was maar 10 minuutjes en dan stond je al in het centrum. Altijd kwamen we wel bekende mensen tegen die dan een sociaal praatje hielden met mijn moeder. Die is daar heel goed in. Ik was heel verlegen, wist vaak niet zo goed wat ik zeggen moest of had er gewoon wat langer de tijd voor nodig. Sommige mensen vroegen dan aan mij ineens, hoe gaat het? Altijd een lastige vraag gevonden. Als men dan niet snel genoeg een antwoord kreeg, vereenvoudigden ze de vraag. Hoe gaat het op school of hoe gaat het in je nieuwe groep of hoe gaat het met al je huiswerk. Dat scheelt toch weer een hoop nadenken. Want het is een hele brede vraag, vind ik.
Door de jaren heen, heb ik geleerd dat deze vraag bijna schaart onder de begroetingen. Als je iemand tegenkomt en die zegt hoi, komt er vaak ook, hoe gaat het, er achteraan. Wat zou daar dan achter zitten, dacht ik vaak. Wil men écht weten hoe het met me gaat? Of wil men gewoon horen dat het goed gaat en daarna weer doorlopen. Vaak is het laatste aan de orde. In 1 ademteug genoemd met hallo, vaak soms ook verder wandelend, er van uit gaande dat het wel goed gaat. Als ik het in mijn hoofd ga analyseren, kom ik er niet uit. Want ze vragen hoe het is, gaan er vanuit dat het goed gaat. Waarom zou je dan vragen, als het je toch niet interesseert, toch? Zeg dan enkel en alleen; hoi of hallo. Ook prima.
Als trucje heb ik me aangeleerd om standaard te antwoorden dat het goed gaat. Om vervolgens ook de vraag terug te stellen. Dat staat namelijk heel beleefd en netjes. De antwoorden die ik daarna krijg, dat is ook heel uiteenlopend. Van goed tot ‘ach zo z’n gangetje hè’. Ik heb wel eens gevraagd aan iemand: welke gang bedoel je? Iets te letterlijk nemen, ik ben er een ster in.
Met mij gaat het dus eigenlijk altijd goed, het is nog weinig voorgekomen dat iemand écht wil weten hoe het met mij gesteld is. Dat is ook prima, ik ben er niet goed in om midden op straat mijn strubbelingen te gaan uitstorten aan iemand. Aan de andere kant, ik wil vaak wél echt weten hoe het met de ander gaat. Ik leef graag mee met iemand, in goede en minder goede dagen. En als het dan minder goed gaat, stuur ik soms nog een kaartje ook. Gewoon omdat het kan, een hart onder de riem. Verrassend is dan wel, dat mensen het niet verwachten. Oprechte interesse, in plaats van, aangeleerde beleefdheid. Het is een goede gewoonte uiteraard, beleefd vragen hoe het gaat. Net als beleefd iedereen groeten op straat tijdens een wandeling. Maar soms, is oprecht vragen hoe het gaat, toch ook heel waardevol.