In de wachtkamer
Vorige week ging ik met Jongste naar de therapeut. Dat doen we iedere week en ik ga altijd mee naar binnen om te kijken of ik er thuis ook iets mee kan. Voor mij is dat de gewoonste zaak van de wereld maar deze keer wilde ik even geen nieuwe dingen leren. Soms heb ik dat in een moment van moederlijke ongehoorzaamheid. Dit heeft wel altijd een reden en nu was dit ook het geval.
Oudste had namelijk vlak voordat ik weg moest weer eens heel erg laten blijken dat hij een enorme puber was omdat hij weer allerhande belangrijke afspraken met betrekking tot school was vergeten. En ik was al zo moe door de korte nachten die ik de afgelopen weken maak door Jongste dus ik kon niet voorkomen dat ik kwaad werd. Ik word niet meer zo heel snel kwaad tegenwoordig maar nu schoot ik weer eens uit mijn rol van volwassen ouder. En kon ik even niet meer begripvol zijn. Ik stapte dus boos in de auto op weg naar de therapie.
Jongste hield wijselijk zijn mond want die voelde wel aan dat mama niet zo blij was. Tijdens het auto rijden kwam Jongste met een goede suggestie: “Wat als mama bij de therapie nou eens in de wachtkamer zou blijven wachten deze keer, hij zou wel vragen of dat mocht”
Ik speelde zelf ook al met die gedachte maar zou me schuldig voelen als ik dit uit mezelf zou doen.
Het voelde echter wel even als erg nodig dus toen Jongste aan de behandelaar vroeg of het mocht en het idee erg enthousiast werd ontvangen, liet ik mijn schuldgevoel gaan en plofte neer in een stoel in de wachtkamer.
Ik deed even wat korte ademhalingsoefeningen en genoot van de rust. Die helaas van korte duur was…
Er kwam een moeder tegenover me zitten met haar kind. Ze zei direct, toen hun behandelaar er aan kwam, dat ze deze keer niet mee naar binnen zou gaan en ze leek daar zelf geen last van te hebben.
Zo kon het dus ook. Ogenschijnlijk…..
De moeder zat om een praatje verlegen, ik zag het meteen. Ik zat daar dus niet op te wachten maar voor ik kon doen alsof ik het vreselijk druk had met mijn telefoon was zij al begonnen met praten. Ze zei dat dat toch niet hoefde, er altijd bij zijn, bij zo’n behandeling, toch? Zij had ook wel eens behoefte aan rust met zo’n druk kind. Ik knikte enthousiast van ja en probeerde ondanks de herkenning van het drukke kind weg te kijken.
Want: Ik wilde ook rust! Drie kwartier rust, zo moeilijk kon dat toch niet zijn?
Ze had het, denk ik, toch ook nodig zichzelf te overtuigen dat het goed was wat ze deed dus ze ging gewoon door met tegen mij aanpraten. Ze begon te vertellen over haar zoon en dat hij zich zo slecht kon concentreren maar dat hij wel heel slim was zolang hij maar 1 op 1 kon werken. En dat ze daarom niet mee naar binnen ging….
Ze snapte haar zoon eigenlijk niet, zei ze. Hoe kan iemand zo slim en ongeconcentreerd tegelijkertijd zijn? Ik zag een klein beetje wanhoop in haar ogen en besloot toch maar het praatje aan te gaan, ik begon me nota bene al een beetje beter te voelen en zo erg was het toch allemaal niet met mij?
Ik vroeg haar waaraan ze dacht dat het lag dat haar zoon zich zo slecht kon concentreren? In mijn hoofd had ik al wat antwoorden, niet iedereen komt zomaar bij een therapeut en ik dacht aan een beperking als ADHD of ASS en misschien konden we zelfs wel wat ervaringen uitwisselen?
Ze bleef echter na mijn vraag even stil en zei toen een beetje afgemeten: weet je, veel mensen vragen hiernaar en vragen dan ook maar gelijk of het door onze Marokkaanse cultuur komt en de moeilijk opvoedbare 3e generatie, die Marokkanen die probleem gedrag vertonen. Maar, zei ze, nu feller, dat is het gewoon niet! Het gedrag dat anders is heeft zoveel andere oorzaken maar zijn achtergrond is daarin niet vanzelfsprekend de oorzaak.
Ik schrok me een hoedje. Want dat had ik helemaal niet met mijn vraag bedoeld. Natuurlijk had ik de hoofddoek gezien van de dame maar ik had geen seconde gedacht aan de Marokkaanse achtergrond van het kind als mogelijke oorzaak van zijn gedrag!
Waar kwam haar uitspraak vandaan? Ik schrok er gewoon van, dat zij dacht dat ik dat dacht!
Dus ik sprak mijn schrik uit. Ik zei haar dat ik dat een enorm stigmatiserende en pijnlijke aanname vond en dat ik daar helemaal niet aan had gedacht. Dat ik meer had gedacht aan iets medisch als ADHD of iets dergelijks omdat ik daar ook veel over wist. De dame ging eens ver zitten en zei blij te zijn met mijn schrik en met wat ik zei maar dat veel mensen wel zulke aannames hebben. En dat ze zich zo vaak moest verantwoorden.
Ik kon dat eigenlijk gewoon niet geloven maar eigenlijk toch ook weer wel. Want hoe vaak hoor je niet de verhalen over ZIJ die “anders” zijn. En dat zijn dan nu eens niet degenen met een beperking zoals ze dat in mijn beperkte wereld zijn maar wel de ZIJ met een andere culturele achtergrond.
Met tranen in haar ogen vertelde ze over haar vader die het hier vroeger zo fijn had gehad, toen hij en zijn (oud) landgenoten die naar hier waren gekomen nog op handen werden gedragen omdat ze zo hard werkten. Van toen ze zich nooit hoefden te verantwoorden. Van toen ze nog gewoon gelukkig konden zijn zonder al te veel aannames en vooroordelen.
Het zette mij aan het denken en 1001 vragen kwamen in mij op maar ik kreeg ze niet gesteld. Want daar kwam mijn zonnestraaltje namelijk alweer aan, klaar om naar huis te vertrekken en snel een beetje want hij was moe!
En ik? Ik was door dit mooie en tegelijkertijd verdrietige gesprek mijn vermoeidheid en boosheid helemaal vergeten en dacht in de auto terug naar huis na over mijn kleine zorgen die soms zo groot lijken maar die het vaak gewoon niet zijn.