Kwijt

Zoals een oude tante vroeger al tegen me zei: “heb je kleine kinderen, dan heb je kleine zorgen en heb je grote kinderen, dan heb je grote zorgen”. En hoewel ik het me toen helemaal niet kon voorstellen, had ze daar gelijk in, weet ik nu. Kan ik me nu erg veel zorgen maken over het gamegedrag van oudste of over zijn achterblijvende cijfers, toen hij nog kleiner was maakte ik me hele andere zorgen.

Vanaf het moment dat Oudste kon lopen was het voor mij de allergrootste nachtmerrie dat hij weg zou zijn. Weg bij mij, weg bij ons. En met “weg” bedoel ik weg in de vorm van dat hij zou weglopen en niet meer zou terugkomen. Niet bewust, dat doen over het algemeen pubers pas voor het eerst, volgens mij, maar meer dat we ergens anders waren dan thuis en dat oudste even niet zou opletten en dan weg zou zijn.

Dat ik hem kwijt zou raken in een druk winkelcentrum of dat hij, toen hij zelfstandig naar buiten mocht gaan om te spelen, na dat spelen niet meer terug zou komen. Of nog vele malen erger dat hij niet de tijd zou vergeten of de weg kwijt was geraakt maar dat hij door een vreemde zou zijn meegenomen……

Oudste is mij 1 keer kwijtgeraakt in een winkelcentrum en toen dat gebeurde stond voor mij de tijd even helemaal stil. Het ene moment liepen we nog gezellig te drentelen in een winkelcentrum en een seconde later was hij weg. Ik had niet eens iets geks gedaan zoals gesnuffeld in de schappen zonder op te letten.

Toen het tot me doordrong dat hij weg was dacht ik dat ik door de grond ging en ter plekke moest overgeven. Toch bleef ik heel helder in mijn hoofd en bedacht meteen een plan. Dat had Oudste gelukkig ook gedaan (hij was/ is een bijdehand ventje) en hij had (op zijn 6e) de tegenwoordigheid van geest om aan een voorbijganger (een oma, dat leek hem het beste) te vragen om ons op ons vaste huisnummer te bellen. Dat kende hij nl. uit zijn hoofd. Gelukkig nam mijn man de telefoon op en hielp hij mij uit de nachtmerrie door mij weer te bellen. Alles liep dus met een sisser af maar vergeten zal ik dat moment nooit.

Daarna ging alles in een sneltreinvaart qua zelfstandigheid van Oudste en vloog hij beetje bij beetje, steeds meer, uit. Hij ging zelf buitenspelen en kwam zelf weer thuis, fietste op een gegeven moment alleen naar school en ging met vrienden naar de stad. Ik moest hem wel laten gaan, hij had daarvoor ook de leeftijd en uiteraard leert hij net als de meeste kinderen het meest van het hem in vertrouwen dingen te laten doen.

Hoe anders werkt het bij jongste! Jongste heeft 24/7 toezicht nodig en kan, hoewel hij bijna 10 jaar is, tot nu toe nog niet zelfstandig buitenspelen. Sociaal emotioneel is hij nog maar 6 jaar en op sommige vlakken is hij zelfs nog maar 3 jaar in zijn hoofd. En als je hem laat gaan dan loopt hij letterlijk en figuurlijk in zeven sloten tegelijk. En dat is voor hem noch voor ons fijn.

Hij is in lengte groot en wil ook groot zijn, groot doen en groot gevonden worden maar hij mag een heleboel dingen gewoon nog niet. Gewoon omdat hij het nog niet aankan en wij het nog niet aandurven. Dit omdat hij simpelweg de consequenties van dingen niet kan overzien. Zo kan hij plots beslissen om even, zonder het ons te zeggen, aan de wandel te gaan en dan in de buurt te gaan kijken wie er thuis is. Leuk initiatief zou je zeggen, maar als je dat als ouder niet weet, is dat niet handig en behoorlijk beangstigend.

Ga ik dus even boven de was ophangen dan doe ik altijd eerst de voordeur op slot. Je weet namelijk nooit wat hij nu weer voor plannen aan het smeden is en niet iedere buur is zo alert om hem terug naar huis te sturen of het even aan ons te melden als ze hem weer voorbij zien komen.

Toch willen we natuurlijk wel dat hij zelfstandig wordt en alleen naar buiten kan gaan. Onze ultieme droom is dat hij, als hij ouder is, alleen naar school kan gaan of naar zijn werk of dagbesteding. Ik wil dat hij, net als dat kleine clubje kunstenaars in de dop die ik iedere dag van- en naar een dagbestedingswerkplaats in onze wijk zie lopen (met wat pauzes tussendoor, dat dan weer wel) ook zo zijn route kan lopen zonder mij. Want ik ben niet mijn hele leven in de gelegenheid om hem te begeleiden en het is bovenal goed voor zijn zelfvertrouwen om dingen zelf te kunnen.

Langzaam proberen we in kleine stapjes zijn zelfstandigheid te laten toenemen. Sinds kort fietst hij, als we vanuit school naar huis gaan, zelfstandig 250 meter alleen, zonder mij in zijn blikveld te hebben. Hij fietst via de ene kant van het huizenblok op de stoep naar huis en ik via de andere kant. Hij wil het eigenlijk niet want hij wil mij niet uit het oog verliezen maar we doen het toch maar mooi. Zo bouwen we stap voor stap de zelfredzaamheid van onze Jongste uit.

Altijd als ik berichtgeving over vermiste kinderen lees of hoor dan schrik ik me een hoedje. Dit omdat ik weet, net als andere ouders, dat dat mij ook kan overkomen en dat dat je ergste nachtmerrie moet zijn. Hoe oud ze ook zijn of hoe zelfstandig, het kan iedereen overkomen en voor je het weet zie je een amber-alert voorbij komen.

Omdat de mens het meest lijdt van het lijden dat hij vreest, probeer ik de angst voor het meest akelige los te laten. Dit omdat, als je hier te veel mee bezig bent en je angst laat overheersen, je helemaal niets meer in vertrouwen uit handen kunt geven terwijl ieder kind dit juist nodig heeft om groter te kunnen groeien. Als ouder is het de kunst om mee te groeien met je kind. Of je nu wilt of niet. En zo had mijn oude tante toch gelijk.

Dit delen