Lekker spelen
Oudste heeft nooit echt veel zelf gespeeld. We moesten hem als baby en peuter echt entertainen en steeds maar dingen aandragen.
Nou hoort het stimuleren van kinderen in hun spel natuurlijk bij de opvoeding maar oudste liet zich niet verleiden om uiteindelijk alleen tot spelen te komen. Speelgoed dat in de box lag; hij keek er niet naar om uit zichzelf, en zeker niet op het moment dat hij dat volgens de “Oei ik Groei methode” wel zou moeten kunnen.
Hoewel we veel hebben geprobeerd heeft Oudste ook nooit echt hobby´s gehad. Lezen deed (en doet) hij hij niet graag en ravotten buiten was ook niet echt zijn favoriete bezigheid. Sporten doet hij pas sinds een paar jaar maar dat doet hij ook omdat het moet en het zo heeft afgesproken maar niet omdat hij er zelf om staat te springen.
Toen hij ouder werd, werd Oudste zijn levensmotto“een dag niet afgesproken is een dag niet geleefd” dus vanaf het moment dat hij met schoolvriendjes ging afspreken gaven die vriendjes hem de structuur van het spel. Hij kon het dan wel niet zelf verzinnen of structureren maar die vriendjes wel. Oudste blij en wij blij.
We zaten regelmatig met onze handen in het haar omdat we wilden dat hij zelf lekker bezig was omdat dat goed voor zijn ontwikkeling zou zijn. Daarnaast hadden wij er gewoon niet steeds de tijd en de energie voor om hem bezig te houden.
Er was echter 1 bepalend moment in zijn jonge leven waarop hij wel zelf tot spelen kwam en dat was het moment dat de eerste spelcomputer ons huis binnenkwam. Ik weet nog goed hoe dat ging. Oudste had ons al maanden de oren van het hoofd gezeurd om een WII spelcomputer.
Wij zijn niet zo van het zomaar grote cadeaus geven dus hij kreeg hem voor zijn verjaardag van ons en van het bezoek. We verdiepten ons er in omdat we niet zo in de spelcomputerwereld thuis zijn en we geen risico’s wilden lopen maar toen we dachten genoeg te weten en tegelijkertijd de gebruiksregels hadden bepaald, gingen we tot aanschaf over.
De WII stond bij ons in de woonkamer en als oudste wilde spelen mocht dat doordeweeks per dag een half uur en in het weekend een uur. Dat werd tot mijn grote ergernis altijd wel “ietsje” langer omdat hij altijd weer “een level moest afmaken” maar verder verliep het best goed. Het gamende leven van oudste was overzichtelijk en los van de “bliep bliep” geluiden van Mario op de WII hadden wij er geen last van.
Jongste had inmiddels ook de “gamegerechtigde” leeftijd bereikt maar die taalde alleen naar de IPad. Hij heeft daarnaast ook gewoon de fijne motoriek niet om de controllers vast te houden en te bedienen dus als hij het al probeerde was de lol er snel af. Wij blij want dat scheelde weer in het overzicht houden van wat wie, wanneer mag, en voor hoe lang.
Na een paar jaar was het WII plezier wegge-ebt en zat oudste, inmiddels ook de trotse eigenaar van een smartphone, in zijn vrije tijd, mits het van ons mocht, achter zijn telefoon.
Die hij, naar eigen zeggen, nodig had om bereikbaar te zijn en daarnaast hadden alle klasgenoten een smartphone. Hij had inmiddels ook de computer ontdekt voor games en kon, als zijn broertje er niet op zat, de Ipad en zijn WII altijd nog gebruiken om te gamen.
Wij verbaasden ons er over hoe moeilijk het was om hierin regels te stellen. En die telefoon gaf nog de meeste ellende. Oudste wilde hem continue bij de hand hebben en inzien, het liefst vanaf het moment van opstaan tot aan het naar bed toe gaan. En wij wilden dat perse niet.
Maar Oudste is als hardleers kind lastig om bij te sturen en wij willen ook niet steeds ruziemaken, wat gebeurt als je voor de zoveelste keer de telefoon weer moet innemen. Neem je de telefoon niet in dan is de telefoon door oudste in een impuls toch zo weer gepakt met alle gedoe van dien. We hebben er al vele hulpverleners over gesproken en het blijkt een algemeen probleem te zijn. Iedere puber schijnt vergroeid te zijn met zijn telefoon en ook het gamen op andere devices neemt een enorme vlucht.
Of het heel slecht voor kinderen is, als ze meer dan gemiddeld met games bezig zijn, daar zijn de geleerden het nog niet over eens maar voor ons maakt dat eigenlijk niet eens zoveel uit, wij vinden het gewoon niet goed om zoveel te gamen.
Toen Oudste naar de middelbare school ging brak voor ons de “game-hel” los. School drukte zwaar op zijn schouders en hij kreeg steeds meer behoefte aan een uitlaadklep.
Ik had dat zelf vroeger ook maar waar ik zelf, toen ik de leeftijd had van oudste, met vriendinnen iets ging doen, zat oudste liever te gamen. Er werd door oudste niet meer doordeweeks afgesproken terwijl hij wel veel behoefte had aan iets om te spelen en om de structuur te kunnen behouden. Maar ook het maken van zijn huiswerk vroeg om structuur.
En dat mocht niet ondergeschikt worden aan het gamen. Maar voor dat huiswerk heb je ook weer een computer nodig en het huiswerkoverzicht staat ook digitaal. Er is dus altijd wel een reden om even je telefoon of computer te raadplegen.
En met de slechte impulsbeheersing van Oudste is het helemaal moeilijk om, na het checken van je huiswerk, je niet te laten verleiden om toch een potje te gaan gamen. Daar waar wij en zelfs jongste zichzelf kunnen begrenzen kan oudste dat echt niet.
Hij zou zomaar uren kunnen doorgaan zonder iets te eten of te drinken als wij er niet waren.
Ruim een half jaar geleden liep het helemaal de spuigaten uit met gamende Oudste. We hebben hem toen bij wijze van straf op een “gamerantsoen” gezet en hoopten dat het hem van zijn gamegevoeligheid zou afhalen.
Hij telde uiteraard de dagen om maar weer normaal te kunnen gamen en hoewel we hem nog steeds begrenzen is hij er nog net zo dol op als voor de straf. Elke keer weer proberen we hem te verleiden om die beeldschermdingen weg te leggen, goedschiks of kwaadschiks maar het blijft het grootste twistpunt binnen de opvoeding.
Voor mij is het inmiddels bijna Game over maar of dat voor hem geldt?
Ik ben bang van niet.