Mijn eerste kind(1)
klokken van mijn biologische klok wel te verstaan. Hormonaal onder invloed wilde ik plotseling wel waar ik eerst nooit aan had gedacht. Dus moest mijn vriend zeggen of hij dat ook wilde anders dacht ik er aan bij hem weg te gaan. Althans dat dacht ik.
En hij wist het niet. Hij ging er over nadenken. Dat duurt me vaak te lang bij hem als hij moet nadenken dus iedere keer als ik de kans zag pakte ik hem vast, keek ik hem betekenisvol aan en vroeg indringend: Weet je het al?……..En hij wist het een tijdlang niet. Maar op een dag wist hij het wel. Hij dacht te weten dat hij het wilde. Dus zouden wij een kind krijgen. Ik wist nog steeds niet wat ik dan wilde met “het willen van een kind” maar het moest zo worden want dat voelde ik zo.
Dus we gingen ervoor. Ik voelde me euforisch! Nu ging het beginnen, het grote geluk van een klein gezin. Mijn vriend moest meer verantwoordelijkheid nemen, we moesten een huis kopen, we moesten gaan trouwen, allemaal voor ik zwanger was.
Mijn leven leek zo’n wensboom, had ik net het een gerealiseerd of ik was al weer bezig met het ander en daarna vertakte er als vanzelf weer nieuwe wensen aan de takken van mijn boom. De maakbare wereld leek het. Mijn maakbare wereld. De weg naar geluk. Ik wist niet beter. Want zoals ik gewend was in mijn leven zou alles leverbaar en realiseerbaar zijn. Als je maar je best deed kwam het vanzelf. Zo had ik het geleerd van mijn vader. Nieuw geluk, niets kon ons weerhouden. Mij weerhouden. Het zou er komen. Het kind. Ik ging mijn best doen en met mij mijn vriend…
Ik had dat dus nooit eerder gewild, een kind. Ik had nooit enig moedergevoel in me gehad. Had nooit op kleine kinderen opgepast. Had nooit daar maar aan gedacht. Maar toen ik en dat is nu zo’n 22 jaar geleden, een relatie kreeg en die toestand wat langer ging duren dan gemiddeld, werd ik min of meer geacht te gaan nadenken over het grote “settelen”. En toen ging ik het me dus afvragen. Wil ik dan ook een kind?
Toen ik me dat voor het eerst afvroeg was mijn stellige antwoord: Nee dat wil ik niet. Ik was 25 toen ik me dat realiseerde. Ik wilde namelijk niet dat zoiets kwetsbaars op de wereld zou komen bij mij. Iets dat zo mooi en onschuldig was of behoort te zijn. Iets wat alleen maar onder invloed van akeligheden kon worden verpest. Mijn eigen kwetsbaarheid was daar leidend in. Ik wilde niet dat dat mijn kind zou overkomen. Ik parkeerde het. En bracht de tijd door met feesten, werken, drinken, eten en leven alsof ik in balans was. En raakte steeds verder weg van mezelf. Tot ik dus 33 werd. En ik een kind wilde.
Hoe we ook ons best deden, ik werd niet meteen zwanger. En ook niet iets later dan meteen. Het lukte gewoon niet. Ik had dan ook de rare gedachte in mijn hoofd dat we na 1 keer “ons best doen” zwanger zouden zijn. Na een half jaar van proberen was mijn euforie al gedaald naar een nulpunt en werd het een grote teleurstelling. De lol was er flink van af.
Ik dacht altijd (maar dat was een aanname) dat als je een kind wilde je die dan ook kreeg. De hele wereld zat immers vol met mensen met kinderen dus zo moeilijk zou dat toch niet zijn. Mijn vriendinnen kregen ze ook zonder moeite. Ik had nooit tegenslag op dat vlak gezien of meegemaakt. Dus had ik nooit gedacht dat dit niet zou gaan gebeuren. Maar nu leek er een dreiging te komen van teleurstelling. En dat kon ik niet “handelen”. Dus ging ik de controle terugpakken.
Na een half jaar trok ik aan de bel. Ik wilde naar de dokter, naar het ziekenhuis. Geef mij alsjeblieft het antwoord, want wat is er mis met mij? Met ons? Waarom krijg ik geen kind? Ik doe toch mijn best? De artsen hadden echter een andere mening. We waren nog niet welkom. We waren het namelijk nog geen jaar aan het proberen wij hadden nog niets te vrezen. “Het was gewoon, heel veel mensen deden er zo lang over”. Wacht maar af, was het devies en als het een jaar heeft geduurd dan mag je langskomen”
Dus dat deed ik. Morrend en mokkend telde ik de dagen. En na 1 jaar en 1 dag belde ik naar het ziekenhuis De onderzoeken konden gaan starten. Ik kreeg een kind. Nu echt. Daar zouden de artsen voor gaan zorgen.
Maar het hoefde niet meer. Er kon niet meer voor gezorgd worden. Ik had er namelijk zelf al voor gezorgd samen met mijn vriend. Onze best doen werd nog beter: ik was zwanger!!!! Van ons eerste kind. Het verlengde van onze dromen kon beginnen!