Nu weer het slachtoffer van regels
Het is alweer crisis rond mijn werksituatie….. Weer door al die regels.
Zoals je weet ben ik weer het slachtoffer ben van al die regeltjes van hogerhand. Dus dat het dubieus is of ik bij de Stadskamer mag blijven. Zelf zal ik het graag willen, ondanks dat ik vaak ruim 3 kwartier moet rijden en een stukkie er voor moet lopen.
Ik ben jaren lang slachtoffer geweest van allerlei regeltjes, van daar waar ik heel goed functioneerde. En ook plezier in mijn werk had, net zoals bij de Stadskamer. En door al die regeltjes, de instelling c.q. bedrijf moest verlaten.
Hierdoor ben ik ook een paar keer een plaatsing gehad bij instellingen welke totaal niet geschikt was voor mij. Dus een “dumpplek” waar ook radicaal fout ging en ik hierdoor in de Ziektewet was beland. Ik heb met vriezend weer in de tuin onkruid moeten wegwerken welke behoorlijk achterstallig onderhoud had. Of op een plek waar je zelfs als een taakstraffer behandeld werd.
Al met al heeft dit zeker vanaf 2007 2008 geduurd. Ook al dit soort veranderingen en omschakelingen heeft veel energie gekost en maak je onzekerder. Mijn familie, vooral mijn moeder deed er nog een schepje er boven op om mij op een lagere ladder te zetten ten opzichte van mijn zus en broer. Ze hadden al moeite mee dat ik via de Wet sociale Werkvoorziening aan het werk was, want dat is te min.
Ik heb zelf ervaren hoe vervelend is, dat er mensen zijn, vooral mijn familie, mijn diagnose van autisme niet wordt geaccepteerd en er ook niet erover wilt weten. Wat het voor hen betekent, maar ook voor mijzelf. Daarom is het voor mij heel belangrijk om met mensen om te gaan, gezellig te praten wie mij zeer zeker waarderen als mens zoals ik ben. En indien het voor mij mogelijk is, hen te helpen, waarbij ik mijn grenzen ook moet bewaken, indien dit aandient. Voor mij was in 2011 de diagnose kernautisme een eye opener.
Binnen de Stadskamer heb ik dusdanige contacten mogen creëren waar ik serieus werd genomen en ook als een gelijke. Dit welke ik ook tegenover anderen als doel heb. Anderen wil ik ook als gelijkwaardige zien. En situaties genuanceerd wil benaderen.
Met het schilderen is het schilderen erg leuk, en ook vind ik belangrijk om leuke gesprekken met anderen te hebben. Zeker als ze mij als gesprekspartner zien. Of het nu om het actuele nieuws van de Kazemat in Doetinchem gaat, of de schilderkunst of een heel ander onderwerp. Bij de Stadskamer komen namelijk ook mensen van “mijn kaliber”. Voor mij maakt het niet uit of ze hoogleraar zijn met een super hoog iq of putjesschepper wie een laag iq heeft. Maar meer de klik met betrokkene mensen, welke je dan hebt.
Uiteraard snap ik heel goed, en weet ik van mezelf dat ik, als anderen mij iets vragen, ook in gesprek met die ander aan te gaan of hen te helpen. Maar ik denk ook dat het belangrijk is om mijn grenzen te kunnen stellen. Welke voor mij heel lastig is de grens te bepalen, hoever kan ik contacten onderhouden en/of plezierige gesprekken te voeren.
En nu maar afwachten, hoe het verder gaat lopen. Maar ook mijn inzet binnen de werksferen en mijn inzet om het sociale binnen de Stadskamer waarmee ik hoop met veel plezier te mogen blijven doen..