Over de liefde
In een ziekenhuis op een neonatologieafdeling hebben ze gemeten dat het oxytocinegehalte en de hartslag omhoog gaan als een couveusekindje op de blote borst van 1 van de ouders komt te liggen en wordt geknuffeld. Hiermee is, even heel kort door de bocht, wetenschappelijk bewezen dat de liefde bestaat, volgens de onderzoekers.
Zoetsappige blogs schrijven is aan mij niet zo besteed. Maar toen ik bovenstaande las moest ik van mezelf wel over de liefde schrijven.
Ik ontdekte eigenlijk pas zo’n 25 jaar geleden voor het eerst dat de liefde bestond en wat dat precies was. En dan heb ik het over onbaatzuchtige liefde, onvoorwaardelijke liefde.
Ik leerde dat toen ik mijn man leerde kennen. Ik zag hem, sprak hem aan, herkende in hem zoveel, ontmoette hem nog vele keren en ging (voor de buitenwereld) “head over heels” na 3 maanden spontaan met hem samenwonen. Op een bedompte zolderkamer van een oud studentenhuis. Verre van ideaal voor een meisje vers uit de provincie maar voor ons was het goed. Het was voor mij echte liefde.
Ik woonde plots ver weg van mijn ouderlijk huis en doordat onder andere de navelstreng eindelijk figuurlijk werd doorgeknipt door de lange afstand, stortte ik voor de eerste keer van mijn leven geheel in. Toch bleef mijn kersverse geliefde bij mij, hij hielp me opkrabbelen en ondanks dat hij mij op mijn kwetsbaarst had gezien, bleef hij van mij houden. We gingen samen in de rollercoaster die het leven heet en dat doen we nu al ruim 25 jaar.
Toen we 12 jaar bij elkaar waren kwam er een wervelwindkind ons leven binnen. Hij huilde en hij huilde maar en wij wisten van niks. We zaten allebei op een andere wolk,het was zeker geen roze wolk maar ook geen zwarte. We hielden zielsveel van het kind maar ik met name, wilde dat het huilen zou stoppen.
Mijn man wilde uiteraard ook dat het stopte maar had er alle vertrouwen in dat het zou stoppen. Ooit. En dat deed het, want baby’s worden brabbelende en later pratende peuters en dan is huilen niet meer de enige manier van communiceren. Sinds een paar jaar weten we waarom hij zoveel huilde en waarom hij nu nog steeds zoveel moeite heeft met alle prikkels die op hem af komen. Het huilen heeft plaatsgemaakt voor moeilijk mee kunnen komen in het normale leven, maar doordat we nu weten waardoor dit komt, is het voor ons makkelijker te verdragen.
Het huilen zat tussen mij en mijn kind in, ik kon me daardoor niet optimaal met hem verbinden. Mijn man omarmde het huilen als het ware als horende bij het kind. Uit onvoorwaardelijke liefde. En toen ik het hem zag doen, ging ik het hem nadoen en kwam al snel de hechting tot stand tussen mij en mijn kind. En ik wist; liefde bestaat!
Toen we 16 jaar bij elkaar waren en steeds meer op 1 lijn kwamen te zitten, kwam het jongetje met downsyndroom in ons leven. Ik wilde het downsyndroom niet, ik dacht niet te kunnen leven met het vooruitzicht van een leven dat niet te temmen was. Maar het jongetje met zijn kleine, smalle amandelvormige oogjes, zijn korte beentjes en een tongetje dat uit zijn mond stak, kon er ook niets aan doen. Het downsyndroom zat mij in de weg bij de hechting met dit kindje.
Mijn man had het ook zwaar maar kon het kindje met dit extra chromosoompje makkelijker in zijn leven en in zijn hart toelaten dan dat ik dat kon. Weer zaten we beiden op een andere wolk.
Mijn wolk werd met de dag zwarter maar omdat mijn man het mooie ventje omarmde met alles wat er in hem zat, liet hij mij zien hoe je toch kunt liefhebben als er iets tussen zit. Pas na een paar jaar kon ik me over de loodzware rouwperiode heenzetten en sloot ik “mijn kindje met iets extra’s” in mijn hart. Eindelijk onvoorwaardelijk liefhebben is zo’n opluchting; dat het eindelijk mag gaan stromen voelt zo goed.
Je weet en je voelt dat het er is en dat het nooit meer weg zal gaan, wat er ook gebeurt. Voor de liefde heb ik dus geen wetenschappelijk bewijs nodig, die is er of die is er niet.