Passend leven.
Als je kiest voor een school voor je kinderen kijk je in eerste instantie naar of de school bij jouw kind past en ook of het kind bij de school past. Afwegingen daarin kunnen zijn of je de onderwijsmethoden passend vindt. Ook kan het belangrijk zijn dat de sfeer past bij jou en je kind, of het dicht bij huis is, of de mensen goed voelen, of dat het past bij jouw levensovertuiging of geloof.
Ik heb 2 schoolgaande kinderen die vaak onderwerp van gesprek zijn als het gaat om passend onderwijs. 2 kinderen die, ondanks hun beperkingen, voor zolang als dat het gaat, naar het door ons zelf uitgekozen regulier onderwijs gaan. Een school binnen een straal van 1 km van ons huis. Dicht bij hun buurtgenoten. Beide gaan naar scholen waar de methode van lesgeven goed aansluit bij hun behoeften.
Ik heb 2 kinderen die ook zeker op het speciaal onderwijs een plek hadden kunnen krijgen. Maar wij hebben daar voor hen bewust niet voor gekozen. En dat komt niet door de invoering van het Passend Onderwijs in 2015. Nee, ook zonder de wetgeving van het Passend Onderwijs zouden wij hiervoor hebben gekozen.
Maar waarom, zul je je wellicht afvragen? Waarom haal je jezelf zoveel gedoe op de hals als het klip en klaar is dat er een plekje op het speciaal onderwijs voor hen beschikbaar is? Waarom die keuze?
Omdat wij geloven in een inclusieve samenleving en omdat inclusief onderwijs daar een onderdeel van is.
Een inclusieve samenleving is een samenleving waar iedereen tot zijn recht kan komen. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, gender, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. Iedereen neemt op een gelijkwaardige manier deel aan de maatschappij. Zo ontwikkelen mensen zich tot volwaardige burgers met een actieve deelname in die maatschappij.
Het vertrekpunt bij inclusie is een goed leven, hetgeen ook wel kwaliteit van bestaan wordt genoemd.
En onderdeel van een goed leven hebben is, voor alle kinderen, het kunnen volgen van passend onderwijs. Ik noem het liever het bij hun leven passend onderwijs. Immers, het grootste deel van de week brengen ze door op school.
Daar ontmoeten ze andere kinderen en leren ze van – en met elkaar. En dat is wat wij willen voor onze kinderen. Iedere ouder wil dat toch? Omdat we van ze houden. En omdat wij hun spreekbuis zijn, kunnen wij dat voor hun regelen.
Omdat regulier onderwijs onderwijs is wat het beste past bij mijn 2 kinderen, maken de scholen waar mijn oudste en jongste naar toe gaan die keuze, voor zover het haalbaar is, met ons mee. Hoewel het ze wel veel energie en zorgbudget kost blijven ze hun best doen om onze kinderen op school te houden. En niet omdat het ze anders veel geld kost, maar omdat ze het willen.
En dat is redelijk uniek begrijp ik, als ik de berichten zie over de uitstroom van zorgbehoevende kinderen van het regulier onderwijs naar het speciaal onderwijs
Inclusie is een tweerichtingsverkeer: de persoon zelf moet het willen maar ook de maatschappij. En dan niet alleen in woorden maar ook in daden. Je moet vertrouwen uitstralen en er veel voor over hebben.
En dat is vaak niet makkelijk voor beide partijen. Scholen worstelen met te krappe budgetten die alleen maar naar beneden bijgesteld worden om andere doelen, die gesteld worden door de overheid, te kunnen bekostigen.
En ouders worstelen met de scholen mee. Mijn kinderen komen nu nog steeds lachend uit school en delen met ons wat ze allemaal hebben geleerd, van hun leerkrachten en met hun klasgenoten. Samen, alsof het de meest doodgewone zaak van de wereld is. Maar ik twijfel regelmatig of we niet toch moeten overstappen. Want, vraag ik me af, : zijn ze wel echt gelukkig? Wordt oudste niet te veel overprikkeld, zijn de klassen niet te groot? Is het niet te zwaar voor school of voor hen of voor de andere kinderen?
Ik twijfel vaak ook over of ik het zelf nog wel wil. Het me een slag in de rondte vechten om indicaties te krijgen voor extra begeleiding zodat het beter gaat op school. Het overleggen met allerhande instanties en de scholen om het maar mogelijk te laten zijn. Soms ben ik zo moe gestreden, en dan kan ik dat soms gewoon niet meer opbrengen.
Ik realiseer me heel goed dat er plots vanuit school een einde aan kan worden gemaakt. Omdat ze met de handen in het haar zitten en het geld op is.
En dat mijn kinderen dan naar scholen moeten waar ze zelf niet naar toe willen. Dat ze een ander leven moeten gaan leiden. Een aangepast leven. Uit hun bekende wereldje worden gerukt. Ver weg van huis, ver weg van hun eigen wijk, zonder bekende gezichten in hun omgeving, naar scholen met leermethoden die minder goed bij hen passen. Puur door bezuinigingen en andere keuzen.
En dat geldt niet alleen voor mijn kinderen. Veel kinderen zitten nu al thuis of moeten toch van school af en zijn beschadigd omdat ze niet geholpen konden worden. https://www.ed.nl/binnenland/weer-meer-leerlingen-op-speciale-scholen~a1924432/
Betekent dit dat we op weg zijn naar een exclusieve samenleving waarin kinderen om financiële redenen worden uitgesloten van het bij hun leven passende onderwijs?
Hoe ongepast is dat?