Pick your battles.
Eten wat de pot schaft is altijd één van mijn mijn uitgangspunten geweest in de opvoeding van mijn kinderen. En dat principe wilde ik al snel na de geboorte van mijn kinderen introduceren. Maar dat dat niet zonder slag of stoot zou gaan, had ik van te voren niet bedacht.
Het begon al met het geven van borstvoeding. Ik was bij mijn eerste kind erg onzeker over alle keuzes die ik moest maken, dus ik besloot de meningen van experts te volgen. En zij gaven aan dat borstvoeding heel natuurlijk en makkelijk zou moeten kunnen gaan bij iedere vrouw en dat daarom, vanwege de grote gezondheidsvoordelen, iedereen het moest doen.
Ik kreeg in die tijd het strenge advies om dat minimaal een jaar te doen anders zou mijn kind ten prooi vallen aan allerhande ziekten. Op de borstvoedingslessen die ik had gevolgd had ik alle uitgangspunten er in gestampt gekregen dus het voelde alsof ik niet meer terug kon, al zou ik het willen.
Dat het in sommige gevallen niet zo gemakkelijk zou gaan als men vertelde, zou bij mij snel na de bevalling blijken. Het lukte me allemaal niet zo goed en mijn lijf bleek van nature niet echt borstvoedingsgeschikt te zijn. Het was een half jaar lang een grote worsteling om het kind op een natuurlijke manier te voeden. Het grote “heerlijke genieten van het ultieme moment samen met je kind” kwam voor mij dus helemaal niet!
Totdat Oudste na dat half jaar uit zichzelf begon aan te geven dat hij niet meer wilde. Toen hij op een avond maar niet aan de borst wilde en maar bleef huilen omdat hij toch echt honger had, bleek ik geen flesvoeding (kunstvoeding werd dit bagatalliserend genoemd) in huis te hebben. Geen haar op mijn hoofd die er aan had gedacht om hem iets anders te geven, laat staan het in huis te halen. Ik zou dat jaar volmaken al zou ik er bij neer vallen!!!
Na een nacht lang huilen en proberen besloot ik de volgende ochtend om het los te laten. Ik ging gewoon doen wat goed voelde en combineerde vanaf die dag de borstvoeding met de flesvoeding totdat het helemaal klaar was.
Ik had het voor mijn gevoel “slechts” een half jaar volgehouden en vond mezelf een slechte moeder. De meningen van anderen erover waren ook niet mals maar ik moest me er bij neerleggen. Een volgende zwangerschap zou het vast beter gaan…….
Toen jongste werd geboren, en we hoorden dat hij downsyndroom had en dus een verminderde weerstand, wilde ik hem zeker borstvoeding geven. Ik had alles over voor zijn gezondheid. Maar ook bij hem ging het niet goed.
Door de lage spierspanning in zijn mondje lukte het gewoon niet om hem aan te leggen en al snel gingen we over op flesvoeding. Ik had het geprobeerd en het was niet gelukt. Ik aanvaardde hoe het was en de rust keerde weder in ons huis. Wat was ik blij met deze insteek!!
Na de “alleen maar melk” periode breekt als vanzelfsprekend de periode van vaste voeding aan en bij beide kinderen verliep dit niet zo soepeltjes. Toen de introductie van de groente- en fruithapjes mochten beginnen begon de kieskeurigheid van de kinderen ook voor dat onderdeel een rol te spelen. Vooral oudste had zichtbaar moeite met gevarieerd eten.
Hij lustte bijna niets, met uitzondering van brood. Alles wat maar een beetje structuur had of kriebelde in zijn mond weigerde hij. Ook al wisten we toen nog niet waardoor dat veroorzaakt werd, we pasten ons er toch op aan. Het zou vanzelf goed komen als hij ouder zou worden, dachten wij.
Jongste at zijn hapjes aardig op en wij waren al lang blij met alles wat hij at, gezien onze ervaringen met Oudste. Naarmate hij ouder werd waagde hij zich zelfs aan de meer exotische dingen die wij ook graag aten. Die exotische periode is voor Oudste echter nooit gekomen en voor Jongste heeft die periode niet lang geduurd.
Oudste en Jongste hebben nu eenzelfde soort eetpatroon. Ze houden er beiden niet van als etenswaren zijn gemixed en ook als ze niet kunnen zien wat er in zit weigeren ze het. Ook kriebelende stukjes of te zachte stukjes zoals gekookte aardappels willen ze allebei niet.
Geloof me: we hebben alles al geprobeerd om het ze wel te laten eten: door langzaam nieuwe dingen te introduceren, door ze verplicht te laten proeven van hapjes (tot aan het bijna overgeven toe), door ze te belonen bij iets proberen, ze te straffen als ze het niet eten. Niets maar dan ook niets werkte.
We hebben wat afgeworsteld met de eetgewoonten van beide kinderen en het is ons gewoon niet gelukt om ze volledig met de pot mee te laten eten. Hele scènes hebben zich aan tafel afgespeeld totdat we besloten het niet meer zo te willen. We besloten “To Pick Our Battles”. We hadden in ons leven met de kinderen al genoeg om voor- en tegen te strijden en deze strijd wilden we op een gegeven moment niet meer aan gaan.
We pasten dus na verloop van tijd ons eten aan aan hun wensen. We hebben daardoor een tijdje heel eenzijdig gegeten maar dat hebben we nu sinds een paar jaar weer aangepast. Nu koken we onze maaltijden gewoon met wat en hoe wij het willen en proberen het eten van de kinderen daar zo goed en zo kwaad op aan te passen met in ieder geval veel gezonde onderdelen.
Het is even extra werk maar je bent wel van de ruzies af. En dat wat ik ze nu voorschotel daarvan weten ze dat ze het zeker moeten opeten. Daar is geen discussie over mogelijk.
Ik hang het over het algemeen niet aan de grote klok dat wij zo eten want mensen veroordelen elkaar de laatste tijd veel qua gezond eten en eetgewoonten.
En diegenen die het wel weten vinden onze eetsituatie “raar” en veroordelen ons stiekem een beetje erom, omdat zij het niet consequent vinden qua opvoeding. En dat is misschien ook zo. Maar het is maar waar je voor kiest, een huis vol ruzie of een gezellige avondmaaltijd. Ik weet het inmiddels wel.
I have picked my battles!