Voor spek en bonen
Jongste is een ijverig baasje. Als hij een dagje vrij van school heeft, maar ook na schooltijd en in het weekend, ziet hij, altijd uit zichzelf, allerhande klusjes die in het huishouden gedaan kunnen worden of die zouden moeten worden gedaan. Hij ziet ze niet alleen, hij wil ze ook gelijk samen oppakken of doet ze uit eigen beweging.
Zo moeten we van hem regelmatig het ontplofte bureau van zijn broer opruimen, de was opvouwen, de afwasmachine uitruimen en oh ja, we kunnen ook nog wel even de stoep voor het huis vegen en de auto’s uitzuigen.
Hoewel ik ook van mijn vrije dag wil genieten en ik niet altijd zin of energie heb om de taakjes uit te gaan voeren is het natuurlijk een fantastische kwaliteit voor iemand die later in een winkel of in de horeca wil gaan werken. Je hebt als werkgever toch niets liever dan een werknemer die werk ziet liggen in plaats van dat je alle werkzaamheden moet gaan voorkauwen?
Niet dat ik lui ben van aard maar deze kwaliteit heeft hij niet helemaal van mij. Helaas heeft deze kwaliteit, die ik wel bij mijn moeder bespeur, een generatie overgeslagen.
Oudste heeft die kwaliteit helaas ook niet, maar die heeft, zoals hij in bijna alles tegengesteld is aan zijn broertje, weer een andere kwaliteit. Zo weet hij ons altijd, zoals een goede journalist in de dop betaamd, te voorzien van de allerlaatste nieuwsfeitjes en weet hij deze op een zeer vermakelijke manier te brengen.
Jongste heeft die kwaliteit weer niet en is meer van het zorgeloze: zolang hij zijn vertrouwde series maar kan kijken zal het hem worst wezen wat er zich in de wereld om hem heen afspeelt.
Ik ben blij om te zien dat oudste en jongste naast hun beperking zoveel kwaliteiten hebben. Dat is volgens mij heel belangrijk voor hun hele leven en in het bijzonder voor hun werkzame leven. Want, en ik heb er al eerder over geschreven, ik vind het heel belangrijk dat zij in de toekomst ook betaald werk gaan uitvoeren.
Los van het feit dat ik dat graag wil, geven zij nu aan dat zelf ook te willen en zij kunnen het ook, denk ik nu. Op sommige vlakken zullen ze wat extra ondersteuning nodig hebben door hun beperkingen maar hun kwaliteiten zullen ook zeker veel goed maken; voor de werkgever en voor henzelf.
Hun werk en het meedoen als volwaardig medewerker en collega zal er voor zorgen dat ze het gevoel hebben er bij te horen, het zal hen sociale contacten opleveren en het zal hen dingen leren waar ze in het dagelijkse leven veel aan hebben. In het beste geval maakt het ze zelfs een beetje gelukkiger. En daar ga ik voor als ouder!
De insteek van de overheid is om hen daar bij te willen ondersteunen door de invoering van de Participatiewet. Deze wet is in principe opgericht met de insteek dat iedereen die kan werken, ook al heb je een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking, ook daadwerkelijk aan de slag gaat.
Maar hoewel het kabinet zegt het goed voor te hebben met de mensen met een arbeidsbeperking lijkt het wel alsof ze meer en meer de mensen met een beperking onder het mom van goede bedoelingen hun rechten willen afpakken en ze toch weer anders dan anderen wil gaan behandelen. En rammelt er daardoor iets aan de poort richting werk voor mijn oudste en jongste met hun beperking.
Het plan van het kabinet is namelijk om het principe van loondispensatie in te voeren voor arbeidsgehandicapten die onder de Participatiewet vallen.
De gedachte hierachter is dat arbeidsgehandicapten hiermee meer kans hebben op een baan, omdat werkgevers minder hoeven te regelen. Nu heeft meer dan helft van de arbeidsgehandicapten geen baan. Via loondispensatie krijgen werkgevers de mogelijkheid om mensen met een beperking onder het minimumloon te gaan betalen.
De gemeente vult het verschil onder voorwaarden aan tot het minimumloon, maar dit maakt het wel lastiger om pensioen op te bouwen. Daarnaast mag je o.a. geen spaargeld hebben of een verdienende partner.
Gisteren vond het plenaire debat plaats over deze plannen van het kabinet. Plannen die, zoals het er nu uitziet, toch na de zomer zullen worden ingevoerd. Na een pittig debat gaf de minister aan de scherpe kantjes eraf te willen vijlen maar zich verder aan de afspraken te willen houden die in het regeerakkoord gemaakt zijn.
https://www.ed.nl/politiek/kabinet-wil-gehandicaptenplan-licht-aanpassen~a7b1dae2/
En dit terwijl er 40 belangenorganisaties en vele ervaringsdeskundigen kenbaar gemaakt hebben het wetsvoorstel helemaal geen goed idee te vinden!
Hoewel jongste nog naar groep 5 moet gaan en oudste nog een paar jaar naar school moet, lijkt, door deze plannen, de motivatie om na het afronden van de school op zoek te gaan naar een betaalde baan hiermee voor ons af te nemen.
Want als je met een beperking zelf heel veel moet gaan regelen om te mogen werken voor iets meer dan een appel en een ei, je vooral niet mag samenwonen met iemand die zelf geld verdient, je geen spaarcentje mag hebben en je ook geen pensioen opbouwt over al die jaren hard werken dan is het nogal demotiverend om überhaupt te gaan werken.
Dan wordt je, ondanks dat je een beperking voor het leven hebt, door een discriminerende regeling weggezet als een profiteur die blij mag zijn dat een werkgever je voor spek en bonen mee wil laten doen.
Maar zo mag het niet worden! Ook mensen met een beperking doen er toe, hebben hun kwaliteiten, kunnen het verschil maken. Ze kunnen anderen een spiegel voorhouden voor hoe het ook kan. En dat kunnen ze voor een groot deel door het werk dat ze doen!
Laat ze dat dan ook doen door ze echt mee te laten doen; tegen een faire beloning en ondersteund door goede regels.
Alleen dan doet iedereen echt mee!