Vrijwillig

Ik heb een ochtenddienst in het hospice. Ik ben daar zorgvrijwilliger, sinds een half jaar. Mijn mede collega is een drukke dame. Ik probeer geïnteresseerd te luisteren en knik af en toe wat. Ik drink ondertussen mijn koffie. Meestal plan ik mezelf voor een ochtend- of avonddienst in. In de andere diensten zit de lunch of diner, dat is niets voor mij. Ik kan niet spontaan dingen koken of verschillende gerechten tegelijk maken. Ieder zo zijn kwaliteiten denk ik dan maar. Ik check even of we alles hebben gedaan. Er is een lijstje met huishoudelijke taken, per dienst verschillend en ik vind het altijd fijn als dat allemaal gebeurd is. Al gaat de bewoner altijd voor uiteraard.

Het fijne aan dit werk is dat er voor elke bijzondere situatie, een stappenplan is. Dat moet ook wel, want er werken zo’n 60 vrijwilligers. Ik hou niet van uitdagingen of onverwachtse dingen. Ik hou wel van structuur en duidelijkheid. Werken met mensen is vaak verre van dat. Toch werk ik er, met plezier en liefde. Het is de combinatie van alle lijstjes, stappenplannen, regels en het onverwachte van de bewoners met hun dierbaren. Het ene, daar ga ik heel erg goed op, het andere, wat minder. Toch is er een evenwicht. Plus de wetenschap dat je altijd samen met een collega in een dienst staat. Het maakt dat ik dit werk vrij ‘gewoon’ kan verrichten. Ik ben altijd wel ‘kapot moe’ na een dienst, maar dat heb ik er heel graag voor over.

Het sociale aspect aan dit werk, dat kost mij veel energie. Ik ben ook meer een doener dan een prater. Ik breng liever iemand een prachtig opgemaakt bordje als ontbijt dan dat ik bij iemand ga zitten praten. Ik vind het contact met de bewoners en hun naasten niet super lastig. Het is niet zo dat je de hele tijd aan iemands bed zit. Eigenlijk is het voornamelijk ‘er zijn’. Het fijne is, ik heb vooral geleerd dat je soms helemaal niets hoeft te zeggen. Het gaat er vooral om dat je er bent en luistert. Daar ben ik gelukkig wél goed in. Tja, en als andere collega’s wel goed kunnen praten, van mij mogen ze. Dan breng ik wel een ontbijtje, of help ik iemand naar het toilet. Iedereen heeft zo zijn sterke kanten. Dat maakt het ook een fijn team. Voor mij is het samenwerken met collega’s nog wel het lastigste. Het zijn verschillende mensen/karakters, daar bestaan dan weer geen lijstjes voor. Dat zijn dan weer mijn uitdagingen waar ik mee deal.

De pieper gaat en ik kijk wat de melding is. Ik ga wel even, zeg ik tegen mijn collega. Altijd spannend wat de vraag zal zijn als iemand belt. Even later ben ik onderweg met een mooi opgemaakt dienblad met een ontbijtje voor een bewoner. Ik heb er een bloemetje bij gezet en een mooi gekleurd schaaltje gebruikt. Als dank krijg ik een grote glimlach. Je verwacht het niet, maar er wordt ook veel gelachen binnen de muren van het hospice. Er wordt genoten van de kleine dingen die er nog zijn. Ik mag daar een schakel in zijn. Een glimlach of een ‘dank je wel’ is het mooiste geschenk wat ik daar mag ontvangen!

Dit delen