Werk als medicijn
Bijna de helft van alle mensen in Nederland krijgt ooit in zijn leven te maken met een psychische aandoening.
Bij een klein deel van de mensen met psychische aandoeningen zijn de problemen langduriger en complexer van aard en zorgen ze voor veel bijkomende problemen in het dagelijks leven.
Minder dan één op de vijf mensen met ernstige psychische aandoeningen heeft een betaalde baan. De meeste mensen met een psychische aandoening hechten, net als andere Nederlanders, veel waarde aan het hebben van een betaalde baan.
Echter, om werk te vinden en te behouden als je een psychische beperking hebt is nog helemaal niet zo gemakkelijk. Mensen kunnen aanlopen tegen vooroordelen die hen beletten om weer aan het werk te komen. Zo kunnen ze er bijvoorbeeld tegen aan lopen dat werkgevers minder snel bereid zijn om mensen met psychische beperkingen aan te nemen.
Maar omdat dat niet alleen voor mensen met een psychische beperking geldt, zijn er gelukkig steeds meer programma’s om in het algemeen meer mensen met een beperking aan de slag te laten gaan. En dat zo’n programma werkt, dat heb ik aan den lijve ondervonden!
Toen ik, nu een kleine 6 jaar geleden, uitviel op mijn werk, ging ik vrij snel daarna in therapie. Vast onderdeel van die therapie was het onderwerp WWVT wat staat voor Wonen, Werken en Vrije Tijd. Dit was onderdeel van de therapie vanuit de gedachte dat aandacht schenken aan deze onderwerpen je kan helpen bij het werken aan je herstel.
Aan het begin van de therapie leek het erg voorbarig om het over werk te hebben. Ik kon het niet drooghouden als we het maar even over werken hadden maar toch bleven de therapeuten het wekelijks ter sprake brengen in de groep waarin ik zat.
Na een jaar therapie was ik pas in staat om aan de W van werken aandacht te schenken. Ik had mijn werk dan nog wel maar de dreiging van langdurige arbeidsongeschiktheid lag op de loer en terugkeren naar mijn oude werk was geen optie meer. Ik moest weer gaan proberen om te re-integreren en dat deed ik door vrijwilligerswerk te gaan doen. Toen dat goed ging smaakte dat naar meer en uiteindelijk belandde ik afgelopen zomer in mijn huidige baan.
Een baan die ik in eerste instantie aanging om aan belangrijke doelen te werken zoals het vergroten van mijn belastbaarheid, het opbouwen van een werkbare wekelijkse structuur, het weer kunnen samenwerken met collega’s en het benutten en verder onderzoeken van mijn talenten.
Het lukte me vooral om weer aan het werk te gaan door de begeleiding van mijn IPS jobcoach. IPS is een traject dat ik anderhalf jaar geleden toegewezen heb gekregen door het UWV. Het staat voor Individuele Plaatsing en Steun (IPS) en het is een beproefde methode voor het vinden en behouden van betaald werk voor de groep van mensen met psychische klachten.
Ik ben nu anderhalf jaar in het IPStraject en een half jaar aan het werk in mijn nieuwe baan en ik kan zeggen dat ik er al helemaal aan ben gewend en dat het werken me heel erg goed doet. Zo heb ik het gevoel er weer bij te horen, weer iets te kunnen en weer iets te kunnen bijdragen.
Ook mijn werkgever is aan mij en aan mijn bijzonderheden (voor zover deze zichtbaar zijn) gewend en ze in een gesprek aan mij teruggekoppeld dat ze vindt dat ik goed functioneer. Daarom is mijn contract zelfs met een jaar verlengd en ga ik met ingang van 1 januari 2019 meer uren werken.
Het werk dat ik nu doe is anders dan het werk dat ik deed voor mijn uitval. Ik was hiervoor leidinggevende en nu ben ik ondersteuner. Het huidige werk beslaat veel minder uren, is minder zwaar en kent minder verantwoordelijkheden. Het is al met al een wereld van verschil maar desalniettemin is het wel goed voor mij om in deze functie te starten en dan weer verder te kijken.
Wie had dit 6 jaar geleden gedacht? Of zelfs 3 jaar geleden?
6 jaar geleden lag ik dagenlang te huilen op mijn bed en apathisch en geïsoleerd van de buitenwereld voor me uit te kijken. En 3 jaar geleden zat ik nog bevend van angst bij de verzekeringsarts van het UWV. Ik dacht alleen maar dat hij er niet voor mij was en dat hij er alleen maar op uit zou zijn om mij vooral niet af te keuren zodat ik gedwongen terug moest naar mijn oude werk. Ook zat ik 3 jaar geleden nog bij de arbeidsdeskundige en kreeg ik te horen dat ik als perspectief had om taarten te gaan samenstellen in een fabriek. Iets waar ik erg verdrietig van werd. Niet omdat dat geen nuttige functie is maar het paste zo niet bij mij en mijn talenten die ik altijd had gedacht te hebben.
Lange tijd dacht ik dat het allemaal zo zou blijven gaan. Dat ik mijn verdere leven op de bank zou zitten en zou toekijken hoe anderen hun dromen wel allemaal vervulden. Hoe anderen lekker aan het werk waren en het daar druk mee hadden. En dat dat niet meer voor mij zou zijn weggelegd. Dat ik werk dat goed bij mij zou passen voorgoed van mijn agenda zou moeten schrappen.
Gelukkig is het anders gelopen. Gelukkig heeft iedereen om mij heen het vertrouwen gehouden in mij. Waardoor ik ook weer vertrouwen in mezelf kreeg. Waardoor ik stappen durfde te zetten in mijn herstel en ik weer in mijn kracht kwam. En werk is daar voor mij een heel belangrijk onderdeel van geweest.
Mijn huidige werkgever kijkt naar talenten van mensen en benadrukt deze bij voorkeur. Dus ook ik moest al snel na indiensttreding gaan kijken naar waar ik over 5 jaar zou willen staan. Dus verder dan vandaag kijken doe ik ook al. Ik had het niet verwacht dat ik het zou aandurven maar hoogstwaarschijnlijk ga ik weer studeren en wil ik werk gaan doen waar mijn hart nog sneller van gaat kloppen. En hopelijk ga ik dan mijn ervaringen inzetten als professioneel geschoold ervaringswerker zodat ik andere mensen deelgenoot kan maken van mijn ervaringen en ideeën over herstel en het weer in je kracht komen.
Misschien kan ik hen helpen door er voor hen te zijn en ik hen mijn verhaal van hoop kan vertellen. Zodat anderen wellicht ook kunnen ervaren hoe krachtig het medicijn van werk kan zijn voor je herstel.